‘God Zelf, de unieke II Gods rechtvaardige gezindheid’ Deel drie

11-05-2020

Uitspraken van Christus 'God Zelf, de unieke II Gods rechtvaardige gezindheid' Deel drie

Almachtige God zegt: "De mensheid wint Gods genade en tolerantie door oprecht berouw

Wat volgt is het Bijbelse verhaal van 'Gods redding van Nineve'.

Jona 1:1-2 Nu kwamen de volgende woorden van Jehova tot Jona, de zoon van Amittai: Sta op, ga naar de grote stad Nineve en schreeuw het naar hen uit, want ik heb hun goddeloosheid opgemerkt.

Jona 3 Jehova sprak nog een keer tot Jona. Hij zei: 'Sta op, ga naar de grote stad Nineve en predik daar wat ik je tegen je zeg.' Toen stond Jona op en ging gehoorzaam aan de woorden van Jehova naar Nineve. De stad Nineve was buitengewoon groot. Het duurde drie dagen om erdoorheen te trekken. En Jona trok een dag lang reizen de stad in. Daarbij predikte hij luid: 'Nog veertig dagen, dan wordt Nineve vernietigd.' De inwoners van Nineve geloofden God. Zij riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, trok een boetekleed aan. Toen de koning van Nineve ervan hoorde, stond hij op van zijn troon. Hij deed zijn mantel af en trok een boetekleed aan, waarna hij berouwvol op de grond ging zitten. De koning liet op zijn bevel en dat van zijn edellieden het volgende omroepen en bekendmaken: 'Mensen en dieren, runderen en schapen, mogen niets te eten of te drinken tot zich nemen. De dieren mogen niet grazen en geen water drinken. Mensen en dieren moeten een boetekleed aantrekken en God krachtig aanroepen. Iedereen moet het slechte pad verlaten en het geweld uit hun handen laten varen. Misschien verandert God dan van gedachte en komt Hij van Zijn besluit terug. Wie weet laat Hij Zijn toorn varen, zodat wij niet omkomen.' God zag wat ze deden, dat ze zich van hun slechte pad bekeerden. God veranderde dan ook van gedachte: de straf die Hij had aangekondigd, voerde Hij niet uit.

Jona 4 Maar daar was Jona helemaal niet van gediend en hij werd erg boos. Hij bad tot Jehova en zei: 'Dat zei ik toch al, o Jehova, toen ik nog in mijn eigen land was? Daarom wilde ik eerder naar Tarsis uitwijken. Ik wist immers wel dat u een genadig en barmhartig God bent, lankmoedig, ontzettend vriendelijk en dat u mensen niet graag straft. Nu dan, o Jehova, neem mijn leven maar weg, want ik sterf liever - dan zo mijn leven voort te moeten zetten.' Toen zei Jehova: 'Ben je terecht boos?' Jona ging de stad uit en ging ergens aan de oostkant van de stad zitten. Hij maakte daar een afdak zodat hij eronder in de schaduw kon zitten toekijken wat er met de stad zou gebeuren. En Jehova God liet een wonderboom boven Jona's hoofd uit groeien. De schaduw van die boom zorgde ervoor dat hij zijn hartzeer vergat. Jona was heel erg blij met de wonderboom. Maar bij het aanbreken van de volgende dag liet God een worm de wonderboom aanvreten zodat die verdorde. En toen de zon opkwam, liet God ook nog eens een verzengende oostenwind opsteken. De zon brandde fel op Jona's hoofd, zodat hij het niet meer uithield. Hij verlangde naar de dood en zei: 'Ik sterf liever dan zo verder te moeten leven.' Maar God zei tegen Jona: 'Ben je terecht kwaad om de wonderboom?' Hij zei: 'Ik ben terecht kwaad, tot de dood toe.' Toen zei Jehova: 'Jij hebt medelijden gehad met de wonderboom, waar je niets voor hebt hoeven doen. Die groeide vanzelf in één nacht op en is ook in één nacht vergaan. Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen? Daarin wonen meer dan honderdtwintigduizend mensen die het verschil tussen hun rechter- en linkerhand niet weten. Bovendien is er ook nog veel vee.

Synopsis van het verhaal van Nineve

Hoewel het verhaal van 'Gods redding van Nineve' niet zo lang is, kun je hierin de andere kant van Gods rechtvaardige gezindheid zien. Om precies te begrijpen waar die kant uit bestaat, moeten we terugkeren naar de Schrift en terugkijken naar een van Gods daden.

Laten we eerst naar het begin van dit verhaal kijken: 'Nu kwamen de volgende woorden van Jehova tot Jona, de zoon van Amittai: Sta op, ga naar de grote stad Nineve en schreeuw het naar hen uit, want ik heb hun goddeloosheid opgemerkt' (Jona 1:1-2). In deze passage uit de Schrift weten we dat Jehova God Jona gebood om naar de stad Nineve te gaan. Waarom beval Hij Jona om naar deze stad te gaan? De Bijbel is hier heel duidelijk over: de goddeloosheid van de mensen in deze stad was Jehova God onder ogen gekomen en daarom stuurde Hij Jona om hun te verkondigen wat Hij van plan was te doen. Hoewel er niets is vastgelegd wat ons vertelt wie Jona was, heeft dit natuurlijk niets te maken met het kennen van God. Daarom hoeven jullie deze man niet te begrijpen. Jullie hoeven alleen te weten wat God Jona heeft opgedragen en waarom Hij zoiets heeft gedaan.

Jehova Gods waarschuwing bereikt de Ninevieten

Laten we verdergaan naar de tweede passage, het derde hoofdstuk van het boek van Jona: "En Jona trok een dag lang reizen de stad in. Daarbij predikte hij luid: 'Nog veertig dagen, dan wordt Nineve vernietigd.'" Dit zijn de woorden die God direct doorgaf aan Jona om aan de Ninevieten te vertellen. Het zijn natuurlijk ook de woorden die Jehova tegen de Ninevieten wilde zeggen. Deze woorden vertellen mensen dat God de mensen van de stad begon te verafschuwen en haten omdat hun slechtheid God onder ogen was gekomen, en daarom wilde Hij deze stad vernietigen. Maar voordat God de stad verwoestte, zou Hij de Ninevieten een aankondiging doen en Hij zou hen tegelijkertijd de gelegenheid geven zich te bekeren vanwege hun slechtheid en opnieuw te beginnen. Deze kans zou veertig dagen duren. Met andere woorden, als de mensen in de stad zich niet bekeerden, hun zonden niet toegaven of zich niet binnen veertig dagen neerwierpen voor Jehova God, zou God de stad vernietigen zoals Hij met Sodom had gedaan. Dit was wat Jehova God de mensen van Nineve wilde vertellen. Het is duidelijk dat dit niet simpelweg een verklaring was. Niet alleen bracht dit Jehova's toorn over, het bracht ook Zijn houding jegens de Ninevieten over; tegelijkertijd diende deze eenvoudige verklaring ook als een ernstige waarschuwing aan de mensen die in de stad woonden. Deze waarschuwing vertelde hen dat hun slechte daden hen de haat van Jehova God op de hals hadden gehaald, en vertelde hen dat hun slechte daden hen spoedig aan de rand van hun eigen vernietiging zouden brengen; daarom waren de levens van iedereen in Nineve in onmiddellijk gevaar.

Het schrille contrast tussen de reactie van Nineve en Sodom op Jehova Gods waarschuwing

Wat betekent het om ten val gebracht te worden? In informele zin betekent het om te verdwijnen. Maar op welke manier? Wie zou een hele stad ten val kunnen brengen? Het is natuurlijk onmogelijk voor de mens om zo'n handeling uit te voeren. Deze mensen waren geen dwazen; zodra ze deze verkondiging hoorden, begrepen ze het. Ze wisten dat deze van God afkomstig was; ze wisten dat God Zijn werk zou uitvoeren; ze wisten dat hun goddeloosheid Jehova God woedend had gemaakt en Zijn toorn op hen had doen neerkomen, zodat ze spoedig met hun stad zouden worden vernietigd. Hoe gedroegen de mensen in de stad zich nadat ze Jehova's waarschuwing hadden gehoord? De Bijbel beschrijft in precies detail hoe deze mensen reageerden, van hun koning tot de gewone man. Zoals in de Schrift staat: 'De inwoners van Nineve geloofden God. Zij riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, trok een boetekleed aan. Toen de koning van Nineve ervan hoorde, stond hij op van zijn troon. Hij deed zijn mantel af en trok een boetekleed aan, waarna hij berouwvol op de grond ging zitten. De koning liet op zijn bevel en dat van zijn edellieden het volgende omroepen en bekendmaken: 'Mensen en dieren, runderen en schapen, mogen niets te eten of te drinken tot zich nemen. De dieren mogen niet grazen en geen water drinken. Mensen en dieren moeten een boetekleed aantrekken en God krachtig aanroepen. Iedereen moet het slechte pad verlaten en het geweld uit hun handen laten varen. ...'

Na het horen van de verkondiging van Jehova God toonden de mensen van Nineve een houding die volkomen tegengesteld was aan die van het volk van Sodom - het volk van Sodom verzette zich openlijk tegen God en dat ging van kwaad tot erger, maar na deze woorden te hebben gehoord, negeerden de Ninevieten de zaak niet en ze verzetten zich ook niet; in plaats daarvan geloofden ze God en verklaarden dat ze zouden vasten. Waar verwijst 'geloofden' hier naar? Het woord zelf suggereert geloof en onderwerping. Als we het feitelijke gedrag van de Ninevieten gebruiken om dit woord uit te leggen, betekent dit dat zij geloofden dat God kon en zou doen wat Hij zei, en dat zij bereid waren zich te bekeren. Voelden de inwoners van Nineve angst voor dreigende rampen? Het was hun geloof dat angst in hun hart bracht. Welnu, wat kunnen we gebruiken om het geloof en de angst van de Ninevieten te bewijzen? Het is zoals de Bijbel zegt: 'Zij riepen een vasten uit en iedereen, van hoog tot laag, trok een boetekleed aan.' Dit wil zeggen dat de Ninevieten echt geloofden, en dat uit dit geloof angst voortkwam, wat toen leidde tot vasten en het aantrekken van een boetekleed. Zo hebben zij het begin van hun berouw getoond. In volledige tegenstelling met de mensen van Sodom, hebben de Ninevieten zich niet alleen niet tegen God verzet, ze toonden ook duidelijk hun berouw door hun gedrag en daden. Natuurlijk was dit niet alleen van toepassing op het gewone volk van Nineve; hun koning was geen uitzondering.

De bekering van Nineve's koning verdient de lof van Jehova God

Toen de koning van Nineve dit nieuws hoorde, stond hij op van zijn troon, trok zijn mantel uit, kleedde zich in boetekleed en ging in as zitten. Hij verkondigde toen dat niemand in de stad iets mocht eten en dat geen vee, lammeren en ossen zouden grazen of water zouden drinken. Mens en vee moesten een boetekleed aantrekken; de mensen richtten gemeende smeekbeden tot God. De koning riep ook uit dat ieder van hen het slechte pad zou verlaten en het geweld uit zijn handen zou laten varen. Deze reeks van daden geeft aan dat de koning van Nineve blijk gaf van zijn oprechte berouw. De reeks daden die hij ondernam - hij kwam van zijn troon, trok zijn koningsmantel uit, kleedde zich in boetekleed en ging in as zitten - vertelt de mensen dat de koning van Nineve zijn koninklijke status opzij zette en net als het gewone volk een boetekleed droeg. Dit wil zeggen dat de koning van Nineve zijn koninklijke functie niet gebruikte om zijn slechte daden of het geweld van zijn handen voort te zetten nadat hij de aankondiging van Jehova God had gehoord; hij legde juist het gezag dat hij bekleedde neer en had berouw tegenover Jehova God. Op dit moment had de koning van Nineve geen berouw als koning; hij was voor God gekomen om zijn zonden te belijden en er berouw voor te hebben als een gewoon onderdaan van God. Bovendien vertelde hij ook de hele stad dat ze tegenover Jehova God hun zonden moesten belijden en er berouw voor moesten hebben op dezelfde manier als hij; bovendien had hij een specifiek plan hoe dat te doen, zoals te zien is in de Schrift: 'Mensen en dieren, runderen en schapen, mogen niets te eten of te drinken tot zich nemen. ... en God krachtig aanroepen. Iedereen moet het slechte pad verlaten en het geweld uit hun handen laten varen.' Als heerser van de stad, bezat de koning van Nineve de allerhoogste status en macht en kon hij alles doen wat hij maar wilde. Toen hij te maken kreeg met Jehova Gods aankondiging, had hij de zaak kunnen negeren of eenvoudigweg berouw tonen en alleen zijn zonden belijden; of de mensen in de stad ervoor kozen om berouw te tonen, had hij volledig kunnen negeren. De koning van Nineve deed dit echter helemaal niet. Niet alleen stond hij op van zijn troon, trok hij het boetekleed met as aan, beleed hij zijn zonden voor Jehova God en toonde er berouw voor, hij beval ook alle mensen en vee binnen de stad om hetzelfde te doen. Hij beval zelfs het volk 'krachtig God aan te roepen.' Door deze reeks daden volbracht de koning van Nineve werkelijk wat een heerser zou moeten doen; zijn reeks daden was moeilijk voor enige koning in de menselijke geschiedenis om te verwezenlijken en is ook door geen van hen verwezenlijkt. Deze daden kunnen ongekende ondernemingen in de menselijke geschiedenis worden genoemd; ze zijn het waard om door de mensheid zowel herdacht als nagevolgd te worden. Sinds de dageraad van de mens had elke koning zijn onderdanen ertoe gebracht zich te verzetten tegen God en zich tegen Hem te keren. Niemand had ooit zijn onderdanen ertoe gebracht God te smeken om verlossing van hun slechtheid, om Jehova Gods gratie te ontvangen en een dreigende straf te vermijden. De koning van Nineve was echter in staat om zijn onderdanen ertoe te brengen zich tot God te wenden, hun respectievelijke slechte wegen te verlaten en het geweld uit hun handen te laten varen. Bovendien was hij ook in staat om zijn troon opzij te zetten en in ruil daarvoor draaide Jehova God bij, kreeg spijt van Zijn toorn en trok deze in, waardoor de mensen van de stad konden overleven en voor vernietiging behoed werden. De daden van de koning kunnen alleen een zeldzaam wonder in de menselijke geschiedenis worden genoemd; ze kunnen zelfs een voorbeeld worden genoemd van een verdorven mensheid die haar zonden belijdt en berouw toont voor God.

God ziet het oprechte berouw diep in de harten van de Ninevieten

Na het horen van Gods verklaring voerden de koning van Nineve en zijn onderdanen een reeks handelingen uit. Wat is de aard van hun gedrag en daden? Met andere woorden, wat is de essentie van alles wat ze deden? Waarom deden ze wat ze deden? In Gods ogen hadden ze oprecht berouw getoond, niet alleen omdat ze God ernstig hadden gesmeekt en hun zonden voor Hem hadden beleden, maar ook omdat ze hun slechte gedrag hadden opgegeven. Ze handelden zo omdat ze na het horen van Gods woorden ongelofelijk bang waren en geloofden dat Hij zou doen wat Hij zei. Door te vasten, het boetekleed aan te trekken en in as te zitten, wilden ze hun bereidheid uiten om hun manier van doen te veranderen en zich van slechtheid te onthouden, om tot Jehova God te bidden om Zijn toorn te beteugelen, om Jehova God te smeken Zijn beslissing terug te trekken zowel als de ramp die op het punt stond hen te overkomen. Als we al hun gedrag onderzoeken, kunnen we zien dat ze al begrepen dat hun vorige slechte daden verfoeilijk waren in de ogen van Jehova God en dat ze begrepen waarom Hij hen binnenkort zou vernietigen. Om deze redenen wilden ze zich allemaal volledig bekeren, zich van hun verkeerde wegen afkeren en het geweld uit hun handen laten varen. Met andere woorden, zodra zij zich bewust werden van Jehova Gods verklaring, voelde ieder van hen angst in zijn hart; zij gingen niet langer door met hun slechte gedrag en ze gingen niet door met het begaan van die daden die Jehova God haatte. Bovendien smeekten ze Jehova God om hun zonden uit het verleden te vergeven en hen niet te behandelen naar hun daden uit het verleden. Ze waren bereid nooit meer kwaad te doen en te handelen volgens de aanwijzingen van Jehova God, zolang ze zich de woede van Jehova God maar nooit meer op de hals zouden halen. Hun berouw was oprecht en diep. Het kwam diep uit hun hart en was niet geveinsd, noch tijdelijk.

Toen het volk van Nineve, van de allerhoogste koning tot zijn onderdanen, ontdekte dat Jehova God boos op hen was, was elk van hun daden, en hun hele gedrag, evenals al hun beslissingen en keuzes, helder en duidelijk in de ogen van God. Gods hart veranderde naar aanleiding van hun gedrag. Wat was Gods gemoedstoestand op dat precieze moment? De Bijbel kan die vraag voor je beantwoorden. Zoals is vastgelegd in de Schrift: 'God zag wat ze deden, dat ze zich van hun slechte pad bekeerden. God veranderde dan ook van gedachte: de straf die Hij had aangekondigd, voerde Hij niet uit.' Hoewel God van gedachten veranderde, was er niets ingewikkelds aan Zijn gemoedstoestand. Hij ging gewoon van het uiten van Zijn toorn over op het kalmeren van Zijn toorn, en besloot toen de ramp niet aan de stad Nineve te voltrekken. De reden waarom Gods beslissing - om de Ninevieten te sparen voor de ramp - zo snel werd genomen, was dat God het hart van elke persoon in Nineve gadesloeg. Hij zag wat zij diep in hun hart voelden: hun oprechte belijdenis en berouw voor hun zonden, hun oprechte geloof in Hem, hun diepe gevoel dat hun slechte daden Zijn gezindheid woedend hadden gemaakt, en de daaruit voortvloeiende vrees voor Jehova's dreigende straf. Tegelijkertijd hoorde Jehova God ook de gebeden vanuit het diepst van hun hart, hun smeekbeden om Zijn woede tegen hen te staken, zodat zij deze ramp zouden kunnen vermijden. Toen God al deze feiten opmerkte, verdween beetje bij beetje Zijn woede. Ongeacht hoe groot Zijn toorn eerder was geweest, toen Hij de oprechte bekering zag diep in de harten van deze mensen, werd Zijn hart hierdoor geraakt en daarom kon Hij het niet verdragen deze ramp over hen te laten komen en was Hij niet langer boos op hen. In plaats daarvan zette Hij Zijn genade en verdraagzaamheid jegens hen voort en bleef hen leiden en voor hen zorgen.

Als je geloof in God echt is, zul je Zijn zorg vaak ontvangen

Gods verandering van Zijn intenties ten opzichte van de mensen in Nineve bracht geen aarzeling of dubbelzinnigheid met zich mee. Het was eerder een transformatie van pure woede naar pure tolerantie. Dit is een ware openbaring van Gods wezen. God is nooit besluiteloos of aarzelend in Zijn daden; de principes en doelen achter Zijn daden zijn allemaal helder en transparant, puur en foutloos, absoluut zonder dat listen of plannetjes daar deel van uitmaken. Met andere woorden, het wezen van God bevat geen duisternis of kwaad. God werd boos op de Ninevieten omdat hun slechte daden Hem onder ogen waren gekomen; op dat moment was Zijn woede afgeleid van Zijn wezen. Toen Gods toorn echter verdween en Hij opnieuw Zijn verdraagzaamheid aan het volk van Nineve schonk, was alles wat Hij openbaarde nog steeds Zijn eigen wezen. Deze hele verandering was het gevolg van een verandering in de houding van de mens tegenover God. Gedurende deze hele periode veranderde de niet te beledigen gezindheid van God niet; Gods tolerante wezen veranderde niet; Gods liefhebbende en genadige wezen veranderde niet. Wanneer mensen slechte daden begaan en God beledigen, zal Hij Zijn toorn over hen brengen. Wanneer mensen zich echt bekeren, zal Gods hart veranderen en zal Zijn woede bedaren. Wanneer mensen zich koppig blijven verzetten tegen God, zal Zijn woede onophoudelijk Zijn; Zijn toorn zal beetje bij beetje op hen drukken totdat ze worden vernietigd. Dit is het wezen van Gods gezindheid. Ongeacht of God toorn of genade en goedertierenheid uitdrukt, de handelwijze, het gedrag en de houding van de mens ten opzichte van God vanuit het diepst van zijn hart bepaalt wat wordt uitgedrukt door de openbaring van Gods gezindheid. Als God voortdurend één persoon onderwerpt aan Zijn toorn, staat het hart van deze persoon ongetwijfeld lijnrecht tegenover God. Omdat hij nooit echt berouw heeft gehad, zijn hoofd nooit echt gebogen heeft voor God en nooit een waar geloof in God heeft bezeten, heeft hij nooit Gods genade en verdraagzaamheid verkregen. Als iemand vaak Gods zorg ontvangt en vaak Zijn genade en verdraagzaamheid verkrijgt, dan heeft deze persoon ongetwijfeld een waarachtig geloof in God in zijn hart, en staat zijn hart niet tegenover God. Hij voelt vaak echt berouw tegenover God; daarom zal, zelfs als Gods discipline dikwijls op deze persoon neerdaalt, Zijn wraak niet op hem neerdalen.

Dit korte verslag stelt mensen in staat om Gods hart te zien, om de echtheid van Zijn wezen te zien, om te zien dat Gods toorn en de verandering van Zijn hart een reden hebben. Ondanks het schrille contrast dat God liet zien toen Hij boos was en toen Hij Zijn hart veranderde, wat mensen doet geloven dat er een grote kloof of een groot contrast lijkt te bestaan tussen deze twee aspecten van Gods wezen - Zijn toorn en Zijn tolerantie - stelt Gods houding tegenover het berouw van de Ninevieten mensen opnieuw in staat om een andere kant van Gods ware gezindheid te zien. Gods verandering van Zijn hart stelt de mensheid echt in staat om opnieuw de waarheid van Gods genade en goedertierenheid te zien en de ware openbaring van Gods wezen. De mensheid moet erkennen dat Gods barmhartigheid en goedertierenheid geen mythen zijn, en ook geen verzinsels. Dit komt omdat Gods gevoel op dat moment waar was; Gods verandering van hart was echt; God heeft Zijn genade en verdraagzaamheid waarlijk nogmaals aan de mensheid geschonken.

Door de ware bekering in de harten van de Ninevieten valt Gods genade hen ten deel en verandert hun eigen einde

Bestond er enige tegenspraak tussen Gods verandering van hart en Zijn toorn? Natuurlijk niet! Dit komt omdat er een reden was voor Gods tolerantie op dat bepaalde moment. Welke reden zou dit kunnen zijn? De reden die in de Bijbel staat: 'Iedereen verliet het slechte pad' en 'liet het geweld uit zijn handen varen'.

Dit 'slechte pad' verwijst niet naar een handvol slechte daden, maar naar de slechte bron achter het gedrag van mensen. 'Het slechte pad verlaten' betekent dat degenen in kwestie deze dingen nooit meer zullen doen. Met andere woorden, ze zullen zich nooit meer op deze slechte manier gedragen; de methode, de bron, het doel, de bedoeling en het principe van hun daden zijn allemaal veranderd; ze zullen nooit meer die methoden en principes gebruiken om genieting en geluk in hun harten te brengen. Het 'laten varen' in 'liet het geweld uit zijn handen varen' betekent neerleggen of terzijde werpen, volledig breken met het verleden en nooit meer terugkeren. Toen de inwoners van Nineve het geweld afzworen, bewees en vertegenwoordigde dit hun echte berouw. God kijkt zowel naar de buitenkant van de mensen als naar hun harten. Toen God het ware berouw zonder twijfel in de harten van de Ninevieten zag en ook opmerkte dat zij hun slechte wegen hadden verlaten en het geweld achter zich hadden gelaten, kwam er een verandering in Zijn hart. Dit wil zeggen dat het gedrag en de houding van deze mensen en de verschillende manieren om dingen te doen, evenals het ware berouw van hun zonden en de ware bekentenis in hun hart, God ertoe brachten Zijn hart te veranderen, Zijn voornemens te veranderen, Zijn beslissing in te trekken en hen niet te straffen of vernietigen. Zo bereikten de mensen van Nineve een ander einde. Ze redden hun eigen levens en verkregen tegelijkertijd Gods genade en verdraagzaamheid, waarop God ook Zijn toorn introk.

Gods genade en tolerantie Zijn niet zeldzaam - het ware berouw van de mens wel

Ongeacht hoe boos God op de Ninevieten was geweest, zodra ze een periode van vasten afkondigden en in zak en as liepen, verzachtte Zijn hart zich geleidelijk en begon Hij Zijn hart te veranderen. Toen Hij hun verkondigde dat Hij hun stad zou vernietigen - het moment voorafgaand aan hun belijdenis en berouw van hun zonden - was God nog steeds boos op hen. Toen ze eenmaal een aantal berouwvolle handelingen hadden verricht, veranderde Gods woede voor het volk van Nineve geleidelijk in genade en verdraagzaamheid. Er is niets tegenstrijdigs aan de samenvallende openbaring van deze twee aspecten van Gods gezindheid in dezelfde gebeurtenis. Hoe moet iemand dit gebrek aan tegenstrijdigheid opvatten en kennen? God heeft deze twee volstrekt tegengestelde dingen achtereenvolgens tot uitdrukking gebracht en geopenbaard toen het volk van Nineve zich bekeerde, waardoor mensen de echtheid en de onaantastbaarheid van Gods wezen konden zien. God gebruikte Zijn houding om mensen het volgende te vertellen: het is niet zo dat God mensen niet tolereert, of dat Hij hun geen genade wil tonen; het is dat ze zelden echt berouw tonen jegens God, en het is zeldzaam dat mensen echt het slechte pad verlaten en het geweld uit hun handen laten varen. Met andere woorden, wanneer God boos is op de mens, hoopt Hij dat deze in staat zal zijn echt berouw te tonen en hoopt Hij het ware berouw van de mens te zien, in welk geval Hij dan royaal Zijn genade en verdraagzaamheid aan de mens blijft schenken. Dit wil zeggen dat het slechte gedrag van de mens Gods toorn veroorzaakt, terwijl Gods barmhartigheid en verdraagzaamheid worden geschonken aan hen die naar God luisteren en oprecht berouw tonen tegenover Hem, en aan hen die het slechte pad kunnen verlaten en het geweld uit hun handen kunnen laten varen. Gods houding werd heel duidelijk onthuld in de manier waarop Hij de Ninevieten behandelde: Gods genade en verdraagzaamheid zijn helemaal niet moeilijk te verkrijgen; Hij verlangt iemands oprechte berouw. Zolang mensen het slechte pad verlaten en het geweld uit hun handen laten varen, zal God Zijn hart veranderen en Zijn houding ten opzichte van hen.

De rechtvaardige gezindheid van de Schepper is echt en levendig

Waren Zijn genade en verdraagzaamheid onoprecht toen God Zijn hart veranderde voor het volk van Nineve? Natuurlijk niet! Wat laat de transformatie tussen deze twee aspecten van Gods gezindheid in dezelfde aangelegenheid je dan zien? Gods gezindheid is een volledig geheel; deze is totaal niet verdeeld. Ongeacht of Hij woede of genade en tolerantie tegenover mensen uitdrukt, zijn het allemaal uitingen van Zijn rechtvaardige gezindheid. Gods gezindheid is echt en levendig. Hij verandert Zijn gedachten en houdingen in overeenstemming met de ontwikkeling van de dingen. De transformatie van Zijn houding ten opzichte van de Ninevieten vertelt de mensheid dat Hij Zijn eigen gedachten en ideeën heeft; Hij is geen robot of geboetseerd beeld, maar de levende God Zelf. Hij zou boos kunnen zijn op de mensen van Nineve, net zoals Hij hun verleden kon vergeven naar aanleiding van hun houding; Hij zou kunnen beslissen om rampspoed over de Ninevieten te brengen, en Hij zou Zijn beslissing kunnen veranderen vanwege hun berouw. Mensen passen regels graag strikt toe en gebruiken zulke regels ook graag om God af te bakenen en te definiëren, net zoals ze er de voorkeur aan geven formules te gebruiken om Gods gezindheid te kennen. Volgens het rijk van het menselijk denken, denkt God daarom niet en heeft Hij ook geen inhoudelijke ideeën. In werkelijkheid transformeren Gods gedachten voortdurend naar aanleiding van veranderingen in dingen en in de omgeving; terwijl deze gedachten transformeren, zullen verschillende aspecten van Gods wezen worden onthuld. Op het moment dat God Zijn hart verandert tijdens dit transformatieproces, onthult Hij aan de mensheid de waarheid over het bestaan van Zijn leven, en onthult Hij dat Zijn rechtvaardige gezindheid echt en levendig is. Bovendien gebruikt God Zijn eigen ware openbaringen om de mensheid de waarheid van het bestaan van Zijn toorn, Zijn genade, Zijn goedertierenheid en Zijn tolerantie te bewijzen. Zijn wezen zal op enig moment en enige plaats worden onthuld in overeenstemming met de ontwikkeling van de dingen. Hij bezit de toorn van een leeuw en de genade en tolerantie van een moeder. Zijn rechtvaardige gezindheid mag door geen enkele persoon ter discussie gesteld, geschonden, veranderd of vervormd worden. Onder alle zaken en alle dingen kan Gods rechtvaardige gezindheid, dat wil zeggen Gods toorn en Gods genade, op enig moment en op enige plaats worden geopenbaard. Hij drukt deze aspecten levendig uit in alle hoeken en gaten van de natuur en voert ze levendig uit op elk moment. Gods rechtvaardige gezindheid wordt niet beperkt door tijd of ruimte, of met andere woorden, Gods rechtvaardige gezindheid wordt niet mechanisch uitgedrukt of geopenbaard naar gelang de grenzen van tijd of ruimte. In plaats daarvan wordt Gods rechtvaardige gezindheid vrijelijk uitgedrukt en geopenbaard op enig moment en enige plaats. Wanneer je ziet dat God Zijn hart verandert en Zijn woede niet meer uit en Zich onthoudt van het vernietigen van de stad Nineve, kun je dan zeggen dat God alleen genadig en liefdevol is? Kun je zeggen dat Gods toorn uit lege woorden bestaat? Wanneer God in brandende toorn ontsteekt en Zijn genade aan mensen onthoudt, kun je dan zeggen dat Hij geen ware liefde heeft voor de mensheid? God spreekt een felle toorn uit als reactie op slechte daden van mensen; Zijn toorn is feilloos. Gods hart wordt bewogen door het berouw van mensen, en het is dit berouw dat aldus Zijn hart verandert. Zijn bewogenheid, Zijn verandering van hart evenals Zijn genade en verdraagzaamheid jegens de mens zijn volkomen onberispelijk; ze zijn schoon, puur, smetteloos en onvervalst. Gods tolerantie is pure tolerantie; Zijn genade is pure genade. Zijn gezindheid zal toorn onthullen, evenals genade en verdraagzaamheid, in overeenstemming met het berouw van de mens en zijn verschillende gedrag. Wat Hij ook onthult en tot uitdrukking brengt, alles is zuiver; het is allemaal direct; het wezen ervan is verschillend van wat dan ook in de schepping. De principes van daden die God tot uitdrukking brengt, Zijn gedachten en ideeën of een bepaalde beslissing, evenals elke daad, zijn vrij van gebreken of onvolkomenheden. Zoals God besluit en zoals Hij handelt, zo voltooit Hij wat Hij onderneemt. Dit soort resultaten is nauwkeurig en foutloos omdat hun bron foutloos en smetteloos is. Gods toorn is onberispelijk. Op dezelfde manier zijn Gods genade en verdraagzaamheid, die geen enkel schepsel bezit, heilig en onberispelijk, en kunnen ze iedere vorm van ervaring en overleg doorstaan.

Zien jullie, nu jullie het verhaal van Nineve hebben begrepen, de andere kant van het wezen van Gods rechtvaardige gezindheid? Zien jullie de andere kant van Gods unieke rechtvaardige gezindheid? Heeft iemand onder de mensheid zo'n gezindheid? Heeft iemand zulke toorn als die van God? Bezit iemand genade en verdraagzaamheid als die van God? Wie in de schepping kan zoveel toorn oproepen en besluiten om de mensheid te vernietigen of rampspoed over haar af te roepen? En wie is gekwalificeerd om genade te schenken, de mens te tolereren en te vergeven en daardoor zijn beslissing om de mens te vernietigen te veranderen? De Schepper drukt Zijn rechtvaardige gezindheid uit door middel van Zijn eigen unieke methoden en principes; Hij is niet onderworpen aan de besturing of beperkingen van welke mensen, gebeurtenissen of dingen dan ook. Door Zijn unieke gezindheid is niemand in staat om Zijn gedachten en ideeën te veranderen, noch is wie dan ook in staat Hem te overtuigen en enige van Zijn beslissingen te veranderen. Het totale gedrag en de gedachten van de schepping vallen onder het oordeel van Zijn rechtvaardige gezindheid. Niemand kan bepalen of Hij toorn of genade uitoefent; alleen het wezen van de Schepper − of met andere woorden, de rechtvaardige gezindheid van de Schepper − kan dit beslissen. Dit is de unieke aard van de rechtvaardige gezindheid van de Schepper!

Wanneer we eenmaal de transformatie van Gods houding ten opzichte van de inwoners van Nineve hebben geanalyseerd en begrepen, zijn jullie dan in staat om het woord 'uniek' te gebruiken om de genade die je vindt in Gods rechtvaardige gezindheid te beschrijven? We hebben eerder gezegd dat Gods toorn één aspect is van het wezen van Zijn unieke rechtvaardige gezindheid. Nu zal ik twee aspecten definiëren, Gods toorn en Gods genade, als Zijn rechtvaardige gezindheid. Gods rechtvaardige gezindheid is heilig; deze is zowel niet te beledigen als onbetwistbaar; het is iets dat niemand bezit onder de geschapen of niet-geschapen wezens. Deze is zowel uniek als exclusief voor God. Dit wil zeggen dat Gods toorn heilig en niet te beledigen is. Op dezelfde manier is het andere aspect van Gods rechtvaardige gezindheid − Gods genade − heilig en niet te beledigen. Geen van de geschapen of niet-geschapen wezens kan God vervangen of vertegenwoordigen in Zijn daden, noch kan iemand Hem vervangen of vertegenwoordigen in de vernietiging van Sodom of de redding van Nineve. Dit is de ware uitdrukking van Gods unieke rechtvaardige gezindheid.

De oprechte gevoelens van de Schepper voor de mensheid

Mensen zeggen vaak dat het niet gemakkelijk is om God te leren kennen. Ik zeg echter dat het kennen van God helemaal geen moeilijke zaak is, want God staat de mens vaak toe om getuige te zijn van Zijn daden. God heeft Zijn dialoog met de mensheid nooit beëindigd; Hij heeft Zich nooit voor de mens verborgen gehouden, noch heeft Hij Zich verstopt. Zijn gedachten, Zijn ideeën, Zijn woorden en Zijn daden zijn allemaal onthuld aan de mensheid. Daarom kan de mens, zolang hij God wenst te kennen, Hem door allerlei middelen en methoden leren begrijpen en kennen. De reden waarom de mens blindelings denkt dat God hem opzettelijk heeft gemeden, dat God Zich opzettelijk voor de mensheid heeft verborgen, dat God niet van plan is de mens toe te staan Hem te begrijpen en te kennen, is dat hij niet weet wie God is en God ook niet wenst te begrijpen; erger nog, hij houdt zich niet bezig met de gedachten, woorden of daden van de Schepper. ... Eerlijk gezegd, als iemand alleen maar zijn vrije tijd gebruikt om zich op de woorden of daden van de Schepper te concentreren en deze te begrijpen, en wat aandacht schenkt aan de gedachten van de Schepper en de stem van Zijn hart, zal het niet moeilijk voor diegene zijn om zich te realiseren dat de gedachten, woorden en daden van de Schepper zichtbaar en transparant zijn. Op dezelfde manier zal het weinig moeite kosten om te beseffen dat de Schepper te allen tijde onder de mensen is, dat Hij altijd in gesprek is met de mens en met de gehele schepping, en dat Hij elke dag nieuwe daden verricht. Zijn wezen en gezindheid komen tot uitdrukking in Zijn dialoog met de mens; Zijn gedachten en ideeën worden volledig onthuld in Zijn daden; Hij begeleidt en observeert de mensheid te allen tijde. Hij spreekt stil met de mensheid en heel de schepping met Zijn stille woorden: Ik ben in de hemel en ik ben onder mijn schepselen. Ik waak; ik wacht; ik ben aan jullie zijde. ... Zijn handen zijn warm en sterk; Zijn voetstappen zijn licht; Zijn stem is zacht en gracieus; Zijn vorm komt voorbij en keert zich om en omhelst de hele mensheid; Zijn gezicht is mooi en zachtaardig. Hij is nooit weggegaan en ook niet verdwenen. Van zonsopgang tot zonsondergang is Hij de constante metgezel van de mensheid die nooit van hun zijde wijkt. Zijn toegewijde zorg en speciale genegenheid voor de mensheid, evenals Zijn ware zorg en liefde voor de mens, werden beetje bij beetje getoond toen Hij de stad Nineve redde. In het bijzonder legde de uitwisseling tussen Jehova God en Jona bloot dat de Schepper medelijden had met de mensheid die Hij Zelf geschapen heeft. Door deze woorden kun je een diep begrip krijgen van Gods oprechte gevoelens voor de mensheid ...

Het volgende staat opgetekend in het boek van Jona 4: 10-11: 'Toen zei Jehova: 'Jij hebt medelijden gehad met de wonderboom, waar je niets voor hebt hoeven doen. Die groeide vanzelf in één nacht op en is ook in één nacht vergaan. Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen? Daarin wonen meer dan honderdtwintigduizend mensen die het verschil tussen hun rechter- en linkerhand niet weten. Bovendien is er ook nog veel vee.' Dit Zijn de echte woorden van Jehova God, een gesprek tussen Hem en Jona. Hoewel deze uitwisseling kort is, bruist het van de zorg van de Schepper voor de mensheid en Zijn tegenzin om de mensheid op te geven. Deze woorden drukken de ware houding en gevoelens uit die God in Zijn hart heeft voor Zijn schepping, en met deze duidelijk geformuleerde woorden, een soort woorden dat zelden door de mens wordt gehoord, verklaart God Zijn ware intenties voor de mensheid. Dit gesprek vertegenwoordigt een houding die God had tegenover de mensen van Nineve − maar wat voor houding is dit? Het is de houding die Hij tegenover de mensen van Nineve had vóór en na hun berouw. God behandelt de mensheid op dezelfde manier. In deze woorden kan men Zijn gedachten vinden, evenals Zijn gezindheid.

Welke gedachten van God worden geopenbaard in deze woorden? Als je zorgvuldig leest dan zie je onmiddellijk dat Hij het woord 'medelijden' gebruikt; het gebruik van dit woord toont Gods ware houding tegenover de mensheid.

Als je naar de letterlijke betekenis kijkt, kunnen mensen het woord 'medelijden' op verschillende manieren interpreteren: ten eerste, liefhebben en beschermen, tederheid jegens iets voelen; ten tweede, er heel veel van houden; tenslotte, het geen pijn willen doen en evenmin kunnen verdragen om dat te doen. Kortom, het wijst op tedere genegenheid en liefde, evenals onwil om iemand of iets op te geven; het betekent Gods genade en verdraagzaamheid jegens de mens. Hoewel God een woord gebruikte dat gewoonlijk door mensen wordt gesproken, legt het gebruik van dit woord de stem van Gods hart en Zijn houding ten opzichte van de mensheid bloot.

Terwijl de stad Nineve vervuld was van mensen die net zo verdorven, kwaadaardig en gewelddadig waren als die van Sodom, zorgde hun berouw ervoor dat God Zijn hart veranderde en Hij besloot ze niet te vernietigen. Omdat hun reactie op Gods woorden en aanwijzingen een houding toonde die in schril contrast staat met die van de burgers van Sodom, en vanwege hun oprechte onderwerping aan God en oprechte berouw over hun zonden, evenals hun ware en oprechte gedrag in alle opzichten, toonde God nogmaals Zijn oprechte medelijden en verleende dit aan hen. Gods beloning en Zijn medelijden met de mensheid zijn onmogelijk voor wie dan ook om te evenaren; niemand kan Gods genade of verdraagzaamheid bezitten, noch Zijn oprechte gevoelens jegens de mensheid. Is er iemand die je een belangrijke man of vrouw, of zelfs een superman vindt, die van bovenaf, sprekend als een belangrijke man of vrouw vanaf een grote hoogte, zo'n soort verklaring zou afleggen aan de mensheid of de schepping? Welke mens is vertrouwd met de levensomstandigheden van de mensheid? Wie kan een last en verantwoordelijkheid dragen voor het bestaan van de mensheid? Wie is bevoegd om de vernietiging van een stad te verkondigen? En wie is bevoegd om een stad te vergeven? Wie kan zeggen dat hij zijn eigen creatie koestert? Alleen de Schepper! Alleen de Schepper heeft medelijden met deze mensheid. Alleen de Schepper toont deze mensheid tederheid en genegenheid. Alleen de Schepper heeft een echte, onverbreekbare genegenheid voor deze mensheid. Evenzo kan alleen de Schepper genade schenken aan deze mensheid en Zijn hele schepping koesteren. Zijn hart springt op en doet pijn bij elk van de daden van de mens: Hij is boos, bedroefd en verdrietig over het kwaad en de verdorvenheid van de mens; Hij is tevreden, vreugdevol, vergevingsgezind en juichend om het menselijke berouw en geloof; elk van Zijn gedachten en ideeën bestaat voor en draait om de mensheid; wat Hij is en heeft komt volledig tot uitdrukking voor de mensheid; al Zijn emoties zijn verweven met het bestaan van de mensheid. Omwille van de mensheid reist Hij rond en spoedt Hij Zich rond; Hij geeft stilletjes elk stukje van Zijn leven door; Hij wijdt elke minuut en seconde van Zijn leven aan de mensheid. ... Hij heeft nooit geweten hoe Hij ontferming moest hebben over Zijn eigen leven, toch heeft Hij altijd ontferming gevoeld voor de door Hemzelf geschapen mensheid en deze gekoesterd. ... Hij geeft alles wat Hij heeft aan deze mensheid. ... Hij verleent Zijn genade en tolerantie onvoorwaardelijk en zonder een beloning te verwachten. Hij doet dit alleen zodat de mensheid kan blijven overleven voor Zijn ogen, en Zijn voorziening van het Leven ontvangt; Hij doet dit alleen zodat de mensheid zich ooit aan Hem zal kunnen onderwerpen en zal kunnen erkennen dat Hij degene is die het bestaan van de mens voedt en het leven van de hele schepping verzorgt.

De Schepper drukt Zijn ware gevoelens voor de mensheid uit

Dit gesprek tussen Jehova God en Jona is ongetwijfeld een uiting van de ware gevoelens van de Schepper voor de mensheid. Aan de ene kant informeert het mensen over het begrip van de Schepper van de hele schepping onder Zijn bevel; zoals Jehova God zei: 'Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen? Daarin wonen meer dan honderdtwintigduizend mensen die het verschil tussen rechts en links niet weten. Bovendien is er ook nog veel vee.' Met andere woorden, Gods begrip van Nineve was verre van oppervlakkig. Hij kende niet alleen het aantal levende wezens in de stad (inclusief mensen en vee), Hij wist ook hoeveel er geen onderscheid kenden tussen hun rechter- en linkerhand − dat wil zeggen, hoeveel kinderen en jongeren aanwezig waren. Dit is een concreet bewijs van Gods uitstekende begrip van de mensheid. Aan de andere kant informeert dit gesprek mensen over de houding van de Schepper ten opzichte van de mensheid, dat wil zeggen het gewicht van de mensheid in het hart van de Schepper. Het is net zoals Jehova God zei: 'Jij hebt medelijden gehad met de wonderboom, waar je niets voor hebt hoeven doen. Die groeide vanzelf in één nacht op en is ook in één nacht vergaan. Waarom zou ik dan die grote stad Nineve niet sparen?' Dit Zijn Jehova's verwijtende woorden jegens Jona, maar ze zijn allemaal waar.

Hoewel het aan Jona was toevertrouwd Jehova Gods woorden aan de mensen van Nineve te verkondigen, begreep hij de bedoelingen van Jehova God niet, noch begreep hij Zijn zorgen en verwachtingen voor de mensen van de stad. Met deze berisping bedoelde God aan Jona te zeggen dat de mensheid het product van Zijn eigen handen was, en dat God een nauwgezette inspanning had geleverd voor iedere persoon afzonderlijk; iedere persoon droeg Gods hoop in zich; iedereen genoot van de voorziening van Gods leven; voor elke persoon had God een zorgvuldige prijs betaald. Deze berisping liet Jona ook weten dat God de mensheid, het werk van Zijn eigen handen koesterde, net zoals Jona zelf de wonderboom koesterde. God zou hen in geen geval gemakkelijk in de steek laten maar zou tot het laatste moment wachten; bovendien waren er zoveel kinderen en onschuldige dieren in de stad. Nu Hij te maken had met deze jonge en onwetende producten van Gods schepping, die zelfs hun rechterhand niet van hun linkerhand konden onderscheiden, was God zoveel te minder in staat om hun leven te beëindigen en hun uitkomst zo haastig te bepalen. God hoopte hen te zien opgroeien; Hij hoopte dat ze niet dezelfde paden zouden bewandelen als hun oudsten, dat ze Jehova Gods waarschuwing niet opnieuw hoefden te horen, en dat ze zouden getuigen van het verleden van Nineve. Meer zelfs nog hoopte God om Nineve te zien nadat het berouw had gehad, om de toekomst van Nineve te zien na zijn berouw, en wat nog belangrijker is, om Nineve weer onder Gods genade te zien leven. Daarom waren in Gods ogen die schepselen die nog geen onderscheid konden maken tussen hun rechter- en linkerhand de toekomst van Nineve. Ze zouden het verachtelijke verleden van Nineve op zich nemen, net zoals ze de belangrijke taak zouden vervullen om getuigenis te geven van het verleden en de toekomst van Nineve onder leiding van Jehova God. In deze verklaring van Zijn ware gevoelens presenteerde Jehova God de genade van de Schepper voor de mensheid in zijn geheel. Het toonde aan de mensheid dat 'de genade van de Schepper' geen lege uitdrukking is, noch een lege belofte; deze heeft concrete principes, methoden en doelstellingen. Hij is waar en echt, en gebruikt geen onwaarheden of vermommingen, en op dezelfde manier wordt Zijn genade eindeloos aan de mensheid geschonken in elke periode en elk tijdperk. Tot op de dag van vandaag is de uitwisseling van de Schepper met Jona echter Gods enige, exclusieve mondelinge verklaring waarom Hij genade toont aan de mensheid, hoe Hij genade toont aan de mensheid, hoe tolerant Hij is tegenover de mensheid en wat Zijn ware gevoelens zijn voor de mensheid. Het beknopte gesprek van Jehova God drukt al Zijn gedachten uit voor de mensheid; het is een ware uitdrukking van de houding van Zijn hart ten opzichte van de mensheid, en het is ook een concreet bewijs van Zijn schenking van overvloedige genade aan de mensheid. Zijn genade wordt niet alleen verleend aan de oudere generaties van de mensheid; deze wordt ook toegekend aan de jongere leden van de mensheid, net zoals altijd het geval is geweest, van de ene generatie op de andere. Hoewel Gods toorn vaak in bepaalde hoeken en bepaalde tijdperken van de mensheid neerdaalt, is Gods genade nooit opgehouden. Met Zijn genade leidt en voert Hij de ene generatie van Zijn schepping na de volgende aan, voedt en koestert Hij de ene generatie van de schepping na de andere, omdat Zijn ware gevoelens voor de mensheid nooit zullen veranderen. Net zoals Jehova God zei: 'Waarom zou ik ... Nineve niet sparen?' Hij heeft Zijn eigen schepping altijd gekoesterd. Dit is de genade van de rechtvaardige gezindheid van de Schepper, en het is ook de pure uniekheid van de Schepper!"

© 2018 De kerk van Almachtige God kennen leren. Alle rechten voorbehouden.
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin